De verschillen tussen RPL-MLA, LAPL en PPL Vliegbrevetten
Het kiezen van het juiste vliegbrevet kan een uitdagende beslissing zijn. Bij het overwegen van de opties is het belangrijk om te begrijpen welke verschillen er zijn tussen de beschikbare brevetten voor recreatieve piloten, waaronder de Recreational Pilot Licence voor MicroLight Aircrafts (RPL-MLA), Light Aircraft Pilot Licence (LAPL) en Private Pilot Licence (PPL). Op deze pagina leggen we de belangrijkste verschillen uit.
LET OP: op ons vliegveld geven wij geen les voor PPL of LAPL, afgezien van de PPL-theorie (aangezien deze ook vereist is voor RPL-MLA). Voor deze brevetten zal je moeten uitwijken naar andere velden.
PPL (Private Pilot Licence)
De PPL is het meest uitgebreide brevet van de drie en biedt piloten de mogelijkheid om wereldwijd te mogen vliegen. Voor een PPL zijn minimaal 45 vlieguren bij een vliegschool, ook wel een Approved Training Organisation (ATO) genoemd, vereist. Ook moeten theorielessen worden gevolgd en examen worden gedaan in 7 vakken (PPL-theorie). Daarnaast is voor PPL een class-2 medische keuring vereist.
De PPL biedt als enige de mogelijkheid om zogenoemde “ratings” bij te schrijven. Ook kan PPL worden gebruikt als opstap naar commerciële brevetten als de CPL of ATPL. Je PPL haal je standaard inclusief de ‘Single Engine Piston’ rating. Denk bij aanvullende ratings aan:
- Multi Engine Rating: geeft de bevoegdheid om in een meermotorig vliegtuig te vliegen;
- Single Engine Instrument Rating: geeft de bevoegdheid om in een eenmotorig vliegtuig te vliegen in omstandigheden met weinig zicht, bijvoorbeeld in wolken of bij mist;
- Multi Engine Instrument Rating: geeft dezelfde bevoegdheid, maar dan voor een meermotorig vliegtuig;
- Night Qualification (nachtvliegen): geeft de bevoegdheid om in het donker te vliegen;
De PPL is geregeld in Europese wetgeving, waardoor deze automatisch in de Europese landen geldig is. Zoals gezegd is het een wereldwijd erkend brevet, maar het kan zijn dat in niet-Europese landen nog een gelijkstelling vereist wordt, vaak d.m.v. een checkride voorafgaand aan het huren van een vliegtuig. De opleidingseisen zijn ook hetzelfde in andere Europese landen.
Het brevet zelf blijft in principe geldig voor de rest van je leven. De aantekeningen/ratings op je brevet verlopen echter wel. De ‘class rating SEP’ blijft twee jaar geldig. Tijdens deze twee jaren moet je minimaal twaalf uur hebben gevlogen; waarvan 1 uur met een instructeur. Vervolgens kan de examinator je brevet aftekenen zodat je je rating kan verlengen. Heb je geen twaalf uur gevlogen? Dan kun je ook een ‘profcheck’ doen. De profcheck is een soort verkort praktijkexamen om te kijken of je niveau nog op de vereiste standaard ligt. Als dit zo is wordt je brevet opnieuw afgetekend.
De kosten voor vliegles voor een PPL verschillen per vliegschool en variëren tussen de 300,- en 360,- per vlieguur. Gelet op de hogere uren-eis voor PPL (45 lesuren), moet je rekenen op ongeveer 13.500,- tot 16.200,- plus aanvullende kosten (theorie, examens, landingsgelden, etc.). Hiermee is de PPL een van de meest veelzijdige, maar ook het duurste brevet om te halen.
Als je al een PPL hebt, kan je ook de bevoegdheid voor MLA’s als class-rating laten bijschrijven. Hiervoor moet je enkele uren vliegles volgen en examen doen. Daarna kan ook een gedeelte van de ervaringsuren op MLA’s worden gebruikt voor het geldig houden van je SEP-rating. Lees daarvoor meer op: Inzet Annex I luchtvaartuigen | Publicatie | Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) (ilent.nl)
LAPL (Light Aircraft Pilot Licence)
De LAPL is, zoals de naam al zegt, een “light” versie van de PPL. Deze lijken dan ook in veel opzichten op elkaar.
De theorie met de PPL is gelijk. De uren-eis ligt lager, namelijk op 30 uren vliegles. Ook de LAPL is een Europees brevet, maar alleen binnen de grenzen van Europa geldig (dus niet wereldwijd). Het is bij de LAPL niet mogelijk om aanvullende ratings, zoals de Instrument Rating en de Night Rating, te halen.
Voor de LAPL is een lichtere medische keuring voldoende, namelijk de LAPL medical. De eisen verschillen hierbij licht, evenals de geldigheid hiervan.
Doordat de uren-eis lager ligt, is de opleiding voor een LAPL vaak flink goedkoper dan de PPL.
RPL-MLA (Recreational Pilot Licence met Microlight Aircraft)
Het RPL-MLA-brevet lijkt in veel opzichten op een LAPL en is een aantrekkelijke optie voor mensen die geïnteresseerd zijn in het vliegen met microlight-vliegtuigen en die een meer betaalbare optie zoeken. Ook voor de RPL-MLA moeten minimaal 30 uren vliegles gevlogen worden. Ook is de PPL-theorie vereist en de lichtere LAPL Medical.
Een kenmerkend verschil met de andere brevetten is dat de RPL niet in Europese regelgeving is vastgelegd, maar in nationale wetgeving. Nederland heeft de opleidingseisen dus anders vorm kunnen geven dan bijvoorbeeld Duitsland. Daarentegen accepteren veel Europese landen elkaars MLA-vliegers, waardoor het goed mogelijk is om het buitenland te verkennen (wat ook veel gebeurd!)
Een ander kenmerkend verschil zijn de vliegtuigen waarop je vliegt. Doordat MLA’s onder een bepaald gewicht moeten blijven, zijn zij een stuk energiezuiniger en dus goedkoper (soms tot wel de helft in de huurprijs). Dit betekent echter niet dat zij onder doen voor de GA (General Aviation) categorie. De ontwikkeling gaat snel en vooral MLA’s zijn snel uitgegroeid tot volwaardige vliegtuigen (en ook snel! Zie bijvoorbeeld de Shark.)
Bij onze vliegschool kost een vliegles 140,- all-in (vliegtuig plus instructeur). Dit kan dus, vergeleken met de PPL, tot wel 12.000,- schelen. Ook betaal je als lid van de vliegclub geen landingsgelden op EHST. Zowel tijdens als na de vliegopleiding is het vliegen met MLA’s financieel de meest aantrekkelijke optie, vergeleken met de PPL en LAPL. Als later alsnog met de opleiding voor een LAPL of PPL wordt gestart, kan een deel van de ervaringsuren worden meegenomen.
Conclusie
Bij het overwegen van welk vliegbrevet het meest geschikt voor je is is het belangrijk om rekening te houden met je specifieke doelen, behoeften en budget. Voor degenen die op zoek zijn naar een meer betaalbare optie en geïnteresseerd zijn in recreatief vliegen met microlight-vliegtuigen, is het RPL-MLA-brevet de meest aantrekkelijke keuze. Als je echter van plan bent je vliegcarriere verder uit te breiden en een groter scala aan vliegactiviteiten uit te voeren, kunt je overwegen om een LAPL of zelfs een PPL na te streven. Zoals gezegd is het goed mogelijk om dit daarna met het MLA-vliegen te combineren. Wat je keuze ook is, het behalen van een vliegbrevet opent de deur naar spannende nieuwe mogelijkheden in de luchtvaart. Neem de tijd om de opties te verkennen en neem een weloverwogen beslissing die past bij je persoonlijke ambities en aspiraties als piloot.
Disclaimer: op deze pagina proberen we je inzicht te geven in de verschillende brevetten, maar dit is slechts een overzicht van ingewikkelde en steeds veranderende wetgeving. Je kunt hier dus geen rechten aan ontlenen.